Zegening
Het grootste deel van de nacht was er dat andere, die zegening, opnieuw aanwezig; zelfs tijdens de slaap was het er; je voelde het sterk, aanhoudend en dringend bij het wakker worden; het was er alsof het de hele nacht had aangehouden. Er gaat altijd grote schoonheid mee gepaard, niet die van beelden, gevoelens of gedachten.|
Aantekeningen, blz. 96, r. 23