Meditatie is het totaal van alle energie. Ze kan niet stukje bij beetje verzameld worden door dit af te wijzen en dat af te wijzen, door dit te vangen en dat vast te houden; maar ze is veel meer de totale afwijzing, zonder enige keus, van alle verkwistende energie. Keuze is het resultaat van verwarring; en de essentie van verkwistende energie is verwarring en conflict. Om ieder ogenblik duidelijk te kunnen zien wat is, behoeft men de aandacht van alle energie; en daarin schuilt geen tegenstrijdigheid of dualiteit. Deze totale energie ontstaat niet door onthouding, door geloften van kuisheid en armoede, want alle beslissingen en handelingen van de wil zijn een verspilling van energie, omdat het denken erin betrokken is, en het denken is verspilde energie; waarneming echter nooit. Het zien is geen vastberaden inspanning. Er bestaat geen ‘ík wil zien’, maar alleen zien. Waarneming zet de waarnemer opzij en dat is geen verspilling van energie. De denker die probeert waar te nemen, bederft de energie. Liefde is geen verspilde energie, maar wanneer het denken haar tot genot maakt, dan vernietigt de pijn de energie.
Het totaal van energie, van meditatie, breidt zicht steeds uit, en handelen in het dagelijks leven wordt er deel van.
De enige revolutie, blz.129, r. 18