Hoe kan zich ooit een grondige omwenteling voltrekken in ons waardensysteem, als die niet bij onszelf begint? Moeten we, om hulp te kunnen bieden in de huidige crisis, werkelijk onze hoop vestigen op een nieuwe ideologie, een nieuw economisch plan? Of moeten we misschien beginnen met inzicht in het conflict en de verwarring in eigen binnenste, waarvan de wereld de projectie is? Kunnen nieuwe ideologieën werkelijk eenheid scheppen tussen mensen onderling? Brengen overtuigingen niet juist de ene mens tegen de andere in het geweer? Moeten we niet veeleer onze ideologische scheidsmuren opruimen – want alle scheidsmuren zijn immers van ideologische aard – en onze problemen niet langer bekijken door de bevooroordeelde bril van gevolgtrekkingen en vaste formules, maar rechtstreeks en zonder vooríngenomenheid? We staan nooit in een directe relatie tot onze problemen, maar altijd via een geloof of via iets, dat al eerder geformuleerd was. We kunnen onze problemen echter slechts oplossen door er
rechtstreeks mee in relatie te staan. Niet het feit dat we problemen hebben zet de ene mens tegen de andere op, maar dat we er ideeën over hebben. Problemen brengen ons nader tot elkaar, maar ideeën scheiden ons.
Commentaar op het leven, blz.213, r. 3
Jiddu Krishnamurti