Zuivere waarneming is niet waarneming met continuiteit, waardoor zij tot herinnering wordt, maar waarneming van ogenblik tot ogenblik. De waarnemer staat voor de essentie van het gekende en dringt aan het door hem waargenomene die dingen op, die hij eerder door ervaring en door allerlei vormen van zintuigelijke reacties heeft verworven. Een waarnemer manipuleert altoos dat, wat hij waarneemt, en wat door hem wordt waargenomen wordt altijd in kennis omgezet. Hij loopt daarom altijd weer vast in de oeroude traditie van gewoontevorming. Echt leren is dus zuivere waarneming, niet alleen van de dingen buiten je, maar ook van wat zich binnenin je afspeelt; het is waarneming zonder de persoon van de waarnemer.
Brieven aan de scholen, 15 november 1978, blz.28, r.13