Krishnamurti: Maar waar gewaarwording is, is geen tijdselement. Ik sla gade zonder tijd.
P: U stelde daarstraks de vraag: “Zien jullie bewustzijn als de gehele tijdsinhoud?” Ik trek zo”n uitspraak in twijfel -ik zou die onder een microscoop willen leggen.
Krishnamurti: Mijn geest is een produkt van tijd – van herinneringen, ervaringen en kennis. Mijn hele bewustzijn beweegt zich op tijdsgebied. Maar hoe kan ik dat te zien krijgen, dat heel die inhoud binnen het gebied van de tijd ligt?
P: Dank zij herinneringen, dank zij uw denken.
Krishnamurti: Als ik aanschouw, dat heel die inhoud binnen het tijdsveld ligt, hoe doe ik dat dan?
Is dat dan een conclusie, waar we toe gekomen zijn of is dat een feitelijke gewaarwording?
Laten we het stap voor stap volgen. Verbaal hebben we onder woorden gebracht, dat mijn geest, mijn brein, in zijn geheel een tijdsprodukt is. Maar is dat een gevolgtrekking, of zie ik het niet als gevolgtrekking, maar als werkelijk feit?
P: Hoe kun je die van elkaar onderscheiden?
Krishnamurti: Het ene is een uitspraak, een formulering, een gevolgtrekking, het andere begint me te dagen.
P: Ik vind dat een zeer moeilijk punt. Realiseert u zich, wat u van ons vraagt? Of gewaarwording van een abstractie mogelijk is. Zodra er niet meer gedacht wordt, is “dat wat is” een abstractie.
Krishnamurti: Eén moment. U hebt blijkbaar uw conclusies getrokken en ik niet. Wanneer u zegt, dat er sprake is van een abstractie, dan is dat een conclusie.
P: Inderdaad vraag ik mezelf af- als ik zeg, dat bewustzijn een tijdsprodukt is – of dat een bewering is of iets, dat ik aanschouwen kan?
Krishnamurti: Is het met andere woorden een bewering met onder woorden gebrachte zin (en dat aanvaard ik als zodanig) waardoor het een conclusie wordt? Of is het een even concreet feit als deze kamer. Ik heb er oog voor, dat een conclusie geen feit is, omdat het denken er aan te pas gekomen is, de bewering gehoord heeft, die aanvaard heeft, die concreet formuleert en zich aan die formulering houdt.
Dat is een abstractie. Een formulering is een door het denken geschapen abstractie en daarmee aanleiding tot conflict. Het is het wezen van alle conflicten, dat zie ik duidelijk voor ogen. De vraag is dan, of er een gewaarworden bestaat, dat niets te maken heeft met denken, met de totaliteit van het in de geest belichaamde gebied van de tijd?
Formuleringen zijn levensgevaarlijk. Vaste begrippen en formules zijn denkprodukten en als zodanig gebonden aan het veld van de tijd. Maar ik ben met kritisch onderzoek naar dat tijdsveld bezig. We zeiden dat tijd een kwestie was van bewustzijn. Tijd is een resultaat van eeuwen en eeuwenlang ervaren. Zo ziet mijn bewustzijn er uit; en dat bewustzijn bestaat uit zijn volledige inhoud. Dat hoor ik u bijvoorbeeld verklaren. Mijn denken grijpt dat aan en maakt er een vaste formulering van.
Ik heb er oog voor, dat juist dat geformuleerde eraan op het vlak van de tijd ligt en dat juist het geformuleerde eraan de aanleiding is tot wrijving. Daarom blijf ik er verre van. Ik heb het nietig verklaard. En dan ga ik mezelf afvragen: heb ik het werkelijk nietig verklaard? Of blijf ik denken en voelen, dát ik het nietig verklaard heb? Blijf ik nog steeds op zoek naar een feit, dat buiten het gebied van de tijd ligt?
Traditie en revolutie, blz. 211, r.7