Het ideaal is uw eigen projectie. Zie nu, hoe de geest zichzelf beetgenomen heeft. Gij worstelt om woorden, uw eigen projectie najagend, uw eigen schaduw. Ge bent heftig van aard en strijd om niet heftig te worden, het ideaal; doch het ideaal is een projectie van wat is, slechts onder een andere naam. Deze strijd wordt als noodzakelijk beschouwd, spiritueel, bijdragend tot uw ontwikkeling enzovoort; doch dit geval speelt zich geheel af in de kooi van de geest en leidt slechts tot illusie.
Wanneer ge de poets gewaar bent, welke ge uzelf gespeeld hebt, dan is het onware ingezien als onwaar. De strijd naar een illusie is de ontbindende faktor. Alle conflict, alle worden is desintegratie, ontbinding. Wanneer er gewaarzijn is van de poets, welke de geest zichzelf gebakken heeft, dan is er alleen wat is. Wanneer de geest ontdaan is van alle worden, van alle idealen, van alle vergelijking en veroordeling, wanneer zijn eigen structuur in elkaar is gestort, dan heeft het ‘wat is’ een complete ommekeer ondergaan.
Commentaar op het leven. Blz. 261, r.31