De schipper stuurde alleen maar, er was geen inspanning nodig, want de wind deed al het werk. Als ieder van ons inzicht zou kunnen hebben in het probleem van strijd en conflicten, zouden we, denk ik, moeiteloos, gelukkig kunnen leven, met een glimlach op het gezicht. Ik denk dat het die strijd is die ons de nek breekt, die inšpanningen waar we wel-bijna ieder moment van ons leven aan besteden. Als je de ouderen om je heen bekijkt, zul je zien dat voor de meesten van hen het leven een aaneenschakeling van gevechten is, met zichzelf, met hun vrouw of hun man, met hun buren, met de samenleving. In die aanhoudende strijd wordt veel energie verspild.
Iemand die blij is, echt gelukkig is, is niet in allerlei inspanningen verwikkeld. ]e nergens voor inspannen hoeft niet te betekenen dat je bent blijven steken, dat je futloos of achtergebleven bent. Integendeel, alleen degenen die wijs en uiterst intelligent zijn hebben zich bevrijd van alle inspanningen, van alle strijd. Maar zie je, als we horen dat er zoiets als moeiteloos leven bestaat, dan willen wij dat ook. We willen een toestand bereiken waarin we vrij van strijd, van conflicten zullen zijn, dus maken we dat ons doel, ons ideaal en streven het na. En zodra we dat doen zijn we ons plezier in het leven kwijt.
We zijn weer verwikkeld in inspanningen, in strijd. Het doel van de strijd kan variëren, maar in wezen zijn alle vormen van strijd aan elkaar gelijk. ]e kunt je inspannen om maatschappelijke hervormingen te verwezenlijken, om God te vinden, om een betere relatie tot stand te brengen tussen jou en je vrouw, je man of je buren. ]e kunt aan de oever van de Ganges gaan zitten, je aan de voeten van de een of andere goeroe werpen en zo meer. Dat kost allemaal inspanning, is strijd. Het is dus niet het doel van de strijd waar het op aankomt, maar het inzicht in de strijd op zich. Is het nu mogelijk dat de geest zich niet alleen maar terloops bewust is dat hij zich op een bepaald moment niet inspant, maar dat hij aldoor volledig vrij is van alle inspanningen, zodat hij een toestand van vreugde ontdekt waarin elk idee van meer en minder totaal ontbreekt?
Denk daar maar eens over na, blz. 249, r.6